Een man komt naar mijn praktijk. Hij valt meteen met de deur in huis en zegt: “ik denk dat ik ernstig ziek ben maar de artsen kunnen niets vinden”. We gaan in gesprek, mijn cliënt vertelt dat hij, als hij een pijntje voelt, een bultje op zijn lichaam waarneemt, altijd uitgaat van het ergste scenario. Op internet wordt zijn angst vaak bevestigd. Rationeel weet hij dat er ook een kans bestaat dat er niks ernstigs aan de hand is, maar zijn innerlijke overtuiging is er duidelijk in: ‘het is kanker. Ik ga dood’.
“Wat heb je meegemaakt?” vraag ik mijn cliënt.

Hij vertelt over zijn lievelingsoom. Mijn cliënt was 12. Het leek een onschuldig bultje dat zijn oom had ontdekt. Bij onderzoek bleek dat genezing niet meer mogelijk was. 6 weken later is hij overleden.

Wat het onderbewuste van mijn cliënt op 12 jarige leeftijd goed heeft onthouden is: ‘ook al lijkt iets onschuldig, het leven kan zo afgelopen zijn’.
“Ik zie mijn huisarts vaker dan mijn eigen familie…” zegt mijn cliënt. Want ook al weet hij rationeel dat het waarschijnlijk meevalt, keer op keer zoekt hij bevestiging bij de huisarts, specialisten en Google. De twijfel blijft.

Omdat mijn cliënt gebukt gaat onder constante stress door zijn angst voor ziekten, krijgt hij fysieke klachten, wat zijn vermoeden op een ernstige ziekte bevestigt.
Een vicieuze cirkel waar mijn cliënt alleen niet uitkomt.

Ik besluit EMDR in te zetten en vraag mijn cliënt om het allerergste plaatje in zijn hoofd naar voren te halen. Hij ziet zichzelf liggen in een doodskist met daaromheen huilende familieleden. De paniek is op een schaal van 0-10 een 10! Hij volgt met zijn ogen de EMDR-lamp. Na een paar minuten is de angst nog een 6 en al snel is de angst helemaal verdwenen.
Na de sessie voelt hij zich opgelucht.

Hij weet dat het leven eindig is en kan zich een voorstelling maken van hoe dat zou kunnen gaan. Deze keer volgt er geen paniek. Hij voelt berusting.
“Ze redden het ook wel zonder mij”, zegt hij met een knipoog.

×